Angst is dus vooral angst voor de ‘mogelijkheid’, maar als het om mogelijkheid gaat is alles even mogelijk
-Søren Kierkegaard (1844)

 
Om meer zicht te krijgen op het complexe proces van angst binnen de begeleidingspraktijk wordt in deze blog ingegaan op het gevoel van schaamte die vaak gekoppeld is aan angst, het herkennen van strategieën die toegepast kunnen worden om afwijzing te voorkomen en de neiging om angst te ontkrachten door de ander positief te bekrachtigen waardoor we geen of weinig aandacht hebben voor de interne belemmeringen.
 

Angst en schaamte

Wanneer we allemaal deze diepe gewortelde angst ervaren, wat maakt dat we dit niet meer bespreekbaar maken? Angst kan gevoelens van kwetsbaarheid en schaamte oproepen, waardoor het moeilijk is om erover te praten en we het geheim houden. Gevoelens van kwetsbaarheid en schaamte gaan vaak gepaard met stigma. Angst kan worden geïnterpreteerd en verklaard worden als bijvoorbeeld zwak, aanstellerig of dom. Om dat te voorkomen doen we alsof en praten we er niet over omdat we ons schamen en bang zijn voor de gevolgen, waarmee angst weer de overhand neemt. Volgens Brené Brown (2014) heeft schaamte te maken met wat we van en over onszelf denken. Zij omschrijft schaamte als de angst om niet verbonden te zijn, de angst om gezien te worden als iemand met gebreken. Het is eng en moeilijk om je kwetsbaar op te stellen in een wereld die gericht is op perfectionisme of het nu om werk, relatie of opvoeding gaat. Ze beschrijft dat schaamte een intens pijnlijk gevoel is dat we het niet waard zijn om gezien te worden en ergens bij horen. Schaamte bepaalt alles en werkt verlammend en zet nooit aan tot groei of verbetering. Schaamte hangt nauw samen met zelfstigma, want bij zelfstigma speelt schaamte een grote rol: je schaamt je voor jezelf. Je voelt je minderwaardig tegenover anderen. Hierdoor ontstaat vaak chronische stress en minder zelfvertrouwen (Kruit, 2021).
 

Angst voor afwijzing herkennen

We ervaren de angst om afgewezen te worden en schamen ons daarvoor. We wijzen ons zelf af vanwege het negatieve geloof over onszelf. Zelfafwijzing is de kern van ons hele zelfbeeld. De motor achter ons voortdurende streven naar liefde en erkenning van anderen (Geurtz, 2021). Uit angst om afgewezen te worden dekken we ons negatief zelfbeeld af met allerlei lagen ter bescherming. Daarom is zelfafwijzing ook soms moeilijk te herkennen, maar ook het is vaak buiten het zicht van onszelf. Zelf wanneer we ervan bewust zijn, dan is het nog lastig het te erkennen en ermee te stoppen. Want met de angst zijn we vertrouwd. Angst is niet alleen moeilijk te beschrijven, er is een ook grote eerlijkheid voor nodig om de angst te herkennen en te erkennen. Er is moed voor nodig om de angst te durven ontmoeten. Zelfs wanneer we dat doen, dan is het lastig de om de angst te benoemen en te beschrijven. We komen vaak dan niet verder dan enkele woorden die niet de complexiteit en het verlammende effect die angst heeft, volledig beschrijven. De angst ontglipt ons en houdt zich schuil in de verborgenheid van ons innerlijk. Daarom is het voor professioneel begeleiders wezenlijk om hier alert op te zijn. Soms komt dit gevoel van angst plotseling naar voren door een situatie die zich voordoet en de angst kan ook voortdurend sluimerend aanwezig is op de achtergrond, in de vorm van zorgen, stress, nervositeit et cetera.

Hoe kunnen we in de begeleidingspraktijk deze emotie van angst herkennen? Soms is het duidelijk op te merken, maar soms is het zó vermomd dat het nauwelijks zichtbaar is. In moeilijke situaties en bij het omgaan van problemen passen mensen meestal één of meer van de volgende strategieën toe: aanpassen, vermijding, overcompensatie en het creëren van geruststellende gedachten. Bij al deze vier strategieën ligt angst voor afwijzing aan ten grondslag. We passen strategieën toe uit zelfbescherming; om te voorkomen dat we afgewezen worden en om überhaupt al het gevoel van afwijzing te voelen. Deze vier strategieën zijn geïnspireerd door de overlevingsmodus die ontstaan zijn vanuit negatieve invloeden van opvoeders die je als kind hebt doorstaan, beschreven door Van Genderen & Seebauer (2014) en de copingstrategieën van de Utrechtse copinglijst (UCL) (Scheurs et al., 1993).
 
1. Aanpassen
Bij de strategie aanpassen ben je gericht op de ander. Je wilt voldoen aan de wensen en de eisen van de ander. Je laat ook toe dat anderen je slecht behandelen en je cijfert jezelf weg. Je houdt in de gaten hoe anderen op jou reageren. Je monitort gezichtsuitdrukking, je let op hoe de stem van de ander klinkt en hoe ze zichzelf uitdrukken. Een graadmeter voor aanpassen is om voor te stellen hoe je zou voelen als je de taken niet zou overnemen of niet ingaat op de wensen van de ander. Een belangrijke aanwijzing voor aanpassen is dat je al angstig wordt of een slecht geweten krijgt zodra je denkt aan het minder toegeven aan andermans wensen.

Frank: Mijn teamleider geeft aan dat het beter is wanneer ik een aantal onderdelen uit mijn projectplan herschrijf. Als reactie daarop werk ik de hele avond tot laat door en herschrijf ik mijn projectplan. Ik maak dan geen tijd voor mijn gezin. De volgende dag zeg ik dat het een kleine moeite was en vraag of het projectplan nu wel goed is?
2. Vermijding
Bij deze strategie vermijd je moeilijke dingen. Die moeilijke dingen kunnen heel verschillende dingen zijn, zoals het vermijden van: prestaties leveren, conflicten, contacten met bepaalde mensen of sociale contacten in het algemeen en negatieve gevoelens en gedachten over jezelf.
Eva: Ik werk sinds kort in een nieuw team en laatst gingen we samen eten. Ik had een leuke avond en we hebben gezellig gekletst. Tijdens de avond schieten er al wel gedachten door mijn hoofd, zoals: praat ik niet te veel, luister ik wel aandachtig, vinden ze me wel aardig? Die gedachten stop ik dan snel weg. Zodra ik naar huis fiets word ik overvallen door angst en herhalen de gedachten van eerder de avond zich opnieuw in mijn hoofd en kom ik tot de conclusie dat ik het niet goed heb gedaan. Ik was te veel aanwezig en ze zullen me we raar vinden. Om daar niet bij stil te hoeven staan kijk ik tot diep in de nacht naar afleveringen van een serie en eet ik daarbij veel chocolade. De afleveringen en de chocolade geven mijn afleiding van de nare gedachten en het nare gevoel.
Orlanda: Op mijn werk zijn best veel mogelijkheden. Verschillend projecten zijn er die ik zou kunnen begeleiden of nieuwe projecten indienen. Ik word ook weleens gevraagd of ik dat zou willen doen, maar telkens zeg ik dat ik te druk heb of dat iemand anders er meer geschikt is. Ik zou het wel graag willen, maar ik durf te gewoon niet. Wat als het misgaat? Dan krijg ik daar de schuld van. Wat als ze denken dat ik het kan, terwijl ik het helemaal niet kan. Ik wil niet afgaan voor mijn collega’s. De gedachte dat zoiets zou kunnen gebeuren, maakt me al angstig. Door het niet te doen ervaar ik direct opluchting, maar toch blijft het vaak aan me knagen.
3. Overcompensatie
Bij strategie overcompensatie probeer je de angst die je ervaart op te heffen door op een overdreven manier compenseren. Je gedraagt je tegenovergestelde van je angst. Je doet alsof je veel zelfvertrouwen hebt, terwijl je heel onzeker en bang bent. Uit angst om afgewezen te worden gedraag je je dominant of heel zelfverzekerd. Bij overcompensatie blaas je je zelf op en dit kan verschillende vormen aannemen. Zoals: arrogantie, paranoïde of dwangmatige controlebehoefte, overdreven aandacht vragen, agressief gedrag, liegen en manipuleren. Gemeenschappelijk is dat je de situatie onder controle wilt houden door dominant gedrag. Anderen krijgen daardoor weinig kans om iets tegen je in te brengen.
Bob: Ik werk vaak samen met collega’s aan projecten. Zodra ik moet samenwerken voel ik me erg gestrest en word ik daardoor dwangmatig. Het leidt ertoe dat ik alle werk naar mij toetrek, hoge eisen stel aan mezelf en aan anderen. Ik wil dan dat het op mijn manier gebeurt, want dan heb ik overzicht en weet ik dat het goed komt. Bij overleggen wil ik vaak mijn collega’s overtuigen van mijn ideeën. Ik kan er dan niet tegen als daar dan grappen over worden gemaakt. Uiteindelijk maak ik het project grotendeels alleen en ik merk dat collega’s minder aardig tegen me doen.
4. Creëren van geruststellende gedachten
Bij deze strategie probeer je jezelf gerust te stellen door de situatie en je angst te bagatelliseren en te rationaliseren. Ondanks dat het niet direct schadelijk lijkt wordt hiermee de angst weggestopt door verschillende vormen, zoals: het steeds herhalen van dat het wel goed komt, dat het niets voorstelt, de angst weg lachen door er humoristisch over te doen, het bedenken van iets redelijks en hiermee de angstige gedachten en gevoel van een aanvaardbaar motief te voorzien. Dit gebeurt vaak onbewust uit zelfbescherming. Op deze manier blijven we weg van het gevoel van angst omdat die als te pijnlijk wordt ervaren.
Ria: Op de middelbare school tijdens gym heb ik een keer een bal in mijn gezicht gekregen. De hele klas moest toen lachen en ik moest huilen, waardoor ze nog harder gingen lachen. Ik voelde me verlamd door angst, pijn en schaamte. Ik wilde ter plekke verdwijnen en nooit meer terugkomen op die school of nog naar gymles gaan. Nog steeds vind ik groepen spannend en gaat mijn hart als een gek te keer. Ik ben dan vaak op mijn hoede of er iets onverwachts gebeurt. Ik vertel dan vaak aan de hele groep lachend dat ik getraumatiseerd ben door gym of doe mijn angst af als aanstellerig en dat het allemaal niet zoveel voorstelt. Wie heeft er nou geen bal tegen zijn gezicht gekregen tijdens gym?

Aandacht voor interne belemmeringen

Er zijn verschillende benaderingen die gericht zijn op het benadrukken op krachten en kwaliteiten. Dit lijkt al gauw succesvol want het begeleidingsproces eindigt vaak met nieuwe inspiratie en het gevoel van kracht. In werkelijkheid gaat het hierbij vaak om een kort termijneffect doordat interne belemmeringen die krachten ondermijnen (Korthagen & Nuijten, 2015). We vinden het vaak moeilijk te verdragen wanneer een ander het negatief geloof over zichzelf uitspreekt: ik ben niet goed genoeg of ik kan dat nooit leren. We hebben dan al snel de neiging dit te ontkrachten door de ander positief te bekrachtigen, door te richten op kwaliteiten en positieve ervaringen. We vinden het misschien ook wel moeilijk te verdragen doordat we geconfronteerd worden met ons eigen negatief geloof en we daar ver van weg willen blijven. Op deze manier kunnen we tijdelijk geruststelling ervaren en wordt het geloof in eigen kunnen tijdelijk vergroot. Maar de angst voor afwijzing en de verhalen die we onszelf vertellen kunnen niet zomaar ontkracht worden door positieve bekrachtiging. Probeer maar eens een bal onder het water te drukken, het plopt altijd weer omhoog door de kracht van het water.

In ons veronderstelde maakbare wereld trachten we aan te sturen op krachten talenten, kwaliteiten, oplossingen, doelen stellen en nastreven. Oplossingsgerichte strategieën worden toegepast en we neigen vooral naar de toekomst te kijken. De kans bestaat dat dit averechts werkt doordat druk wordt ervaren door niet te mogen falen. De strategieën: aanpassen, vermijding, overcompensatie en het creëren van geruststellende gedachten worden toegepast uit zelfbescherming. De angsten zijn er nog steeds en de schaamte die vaak gekoppeld is aan angst kan hierdoor vergroot worden omdat er geen ruimte voor wordt vrij gemaakt. Daarom moet ook aandacht besteed worden aan de interne belemmeringen die veroorzaakt worden door de angst voor afwijzing. Het gaat om het bevorderen van het vergroten van het bewustzijn met als doel handelen vanuit je kern- je Zijn- en vandaaruit je potentieel te benutten.

Vragen om bij stil te staan?
1. Hoe ga jij om met gevoelens van schaamte?
2. Hoe open ben je naar jezelf en naar anderen over de angst om afgewezen te worden?
3. Welke strategie pas jij in moeilijke situaties en bij het omgaan van problemen toe? (aanpassen, vermijding, overcompensatie en het creëren van geruststellende gedachten).
4. Wat doet het met jou wanneer een vriend(in), familielid, partner of collega ander het negatief geloof over zichzelf uitspreekt: ik ben niet goed genoeg of ik kan dat nooit leren. Wat is dan je eerste reactie daarop?
 
Literatuur:

  • Brown, B. (2014). Gelukkig ben ik niet de enige: Maak van schaamte en kwetsbaarheid je kracht. Amsterdam: Lev
  • Genderen, H. van, Jacob, G. & Seebauer, L. (2014). Patronen doorbreken. Amsterdam. Nieuwezijds.
  • Geurtz, J. (2019). Verslaafd aan liefde. De weg naar zelfacceptatie en geluk in relaties. Amsterdam: Ambo Anthos.
  • Kruit, L. (2021). Inzet van eigen ervaringen bij sociaal werk. Groningen: Noordhoff.
  • Korthagen, F., & Nuijten, E. (2015). Krachtgericht coachen: Een aanpak voor diepgaand leren en effectief functioneren. Amsterdam: Boom.
  • Schreurs P.J.G., van de Willige G., Tellegen B., Brosschot J.F., Graus G.M.H. (1993). Handleiding Utrechtse Coping Lijst UCL (herziene versie). Lisse: Swets & Zeitlinger.

Deel 4 is het laatste deel van deze serie en die gaat over hoe we onze interne belemmeringen die veroorzaakt worden door ons diepgewortelde angst voor afwijzing bespreekbaar en betekenisvol kunnen maken en de angst ten slotte kunnen omarmen.
Meld je aan voor de inspiratiemail, zodat je op de hoogte blijft van deze serie en andere dingen die je kunnen inspireren.

Schrijf je in voor de InspiratieMail!