Wat is angst?
Angst is een emotie die ons helpt te reageren op gevaar. Het is een natuurlijke, belangrijke en nuttige functie. Het lichaam raakt in opperste staat van paraatheid wanneer je geconfronteerd wordt met gevaar. Het hart gaat sneller kloppen, de ademhaling versnelt en de spieren spannen zich aan. Hierdoor kan besloten worden of het gevaar ontweken of bestreden moet worden; de zogenaamde vlucht- of vechtreactie. Deze plotselinge en hevige angst duurt vaak niet lang en ervaart iedereen weleens. Het is een gezonde reactie op dreigend gevaar. Angst helpt ons op om gevaarlijke situaties te herkennen en het is cruciaal om te overleven.
In de meeste gebruikelijke definities van angst speelt gevaar een rol: angst is gerelateerd aan een bepaald gevaar in het heden of in de toekomst (Glas, 2002). Maar ons angstregulatie is een kwetsbaar systeem en het staat te scherp afgesteld. Net als een brandmelder die al gaat piepen als er iets kleins aanbrandt, krijgen wij ook vaak vals alarm. Want evolutionair gezien kun je beter een paar keer onnodig in paniek raken dan dat je te laat opmerkt dat er een roofdier in de bosjes zit. Dat vergroot je overlevingskans (Nesse, 2020). Het lichaam kent niet het verschil tussen reëel gevaar en gevaar dat in ons hoofd gecreëerd wordt door gedachten. Het lichaam reageert hetzelfde op angstige gedachten als op reëel gevaar, met als gevolg dat we stress ervaren in ons lichaam dat veroorzaakt wordt door onze gedachten.
Angst kent verschillende variaties. Angst kan de lichte vlaag van ongerustheid zijn die door ons heen trekt bij de gedachte aan iets in de toekomst. Maar angst kan ook een razende paniek zijn die door ons lijf heen giert en waar we helemaal aan overgeleverd zijn. Angst manifesteert zicht in ons hoofd en in ons lichaam. Wanneer naar het woord angst wordt gezocht komen al snel de indelingen vanuit psychopathologie en behandelvormen naar voren. Door psychiatrische classificatie wordt de angst in het medische domein gestopt. Is dat wel terecht en wat betekent dat? Want door het te classificeren wordt angst een uiting van een stoornis of een defect. Volgens Ness (2004) is er geen heel scherpe scheiding tussen normale en pathologische angsten. Meestal wordt het onderscheid gemaakt op basis van het al dan niet realistisch zijn van de inschatting van gevaar. Speelt het gevaar af in het hier en nu of in onze gedachten? Het meetbaar maken en classificeren van ervaringen met angst is een objectivering van het menselijk subject. De ervaren angst van een persoon is een pure en persoonlijke ervaring en laat zich niet vatten in cijfers en daar bijhorende begrensde classificaties en diagnoses. Volgens de filosoof Sartre (2009) is angst een emotie die de wereld om ons heen kleurt. Hij noemt de emotie een transformatie van de wereld. Doordat de mens zichzelf in een emotioneel bewustzijn brengt, transformeert hij op een bepaalde manier de hele wereld. We doen dit op het moment dat de wereld als zodanig te moeilijk voor ons blijkt, teveel van ons vergt. De emotie dient zich aan als de enige uitweg. Door de eeuwen heen is angst geassocieerd met lafheid en volgens Glas (2002) is dat nog steeds zo. Mensen verzwijgen lange tijd hun angst voor zichzelf en voor anderen. Omdat angsten als kinderachtig worden ervaren en vanwege de reacties uit de omgeving: stel je niet zo aan. Dat maakt dat mensen zich schamen voor hun angst.
Het lijden dat angst met zich meebrengt
Zoals eerder beschreven worden angsten snel geplaatst in de context van psychopathologie. Hoe zit het met de angst die we allemaal min of meer ervaren, waar zo weinig over gesproken wordt, maar ons wel degelijk doet lijden? Angst die ons kan doen laten verlammen en die we bedekken omdat we ze als zwak labelen. Angst speelt een grote rol in ons leven. Angst komt voor in vele vormen: onbehagen, bezorgdheid, nervositeit en spanning benauwdheid, doodsangst, et cetera. Het gaat hierbij steeds om wat er zou kunnen gebeuren, het gaat niet om de angst wat nu gebeurt. Zolang je met je gedachten identificeert, wordt je geleefd door je ego (ego is ons aangeleerde zelfbeeld). Je ego voelt zich onveilig en erg kwetsbaar en heeft het gevoel bedreigd te worden. Het lichaam reageert op het verstand en het verstand geeft steeds de boodschap dat er gevaar is. Hierdoor wordt angst steeds opgewekt. Er zijn zoveel oorzaken van angst: angst voor verlies, angst om te mislukken, angst om gekwetst te worden. Uiteindelijk is alle angst terug te voeren op angst voor afwijzing. Oftewel ook wel de angst voor het vernietigen van ons ego (Tolle, 2021).
De invloed van angst op onze identiteit
Het zijn de vele verhalen die we onszelf al jaren vertellen. Geurtz (2019) noemt dat het negatieve geloof: een niet-rationele opvatting die je als volwassene over jezelf hebt. Je weet dat je niet volledig die overtuiging over jezelf bent, zoals: ik ben niet goed genoeg. Je kunt benoemen wat je wel goed kunt. Maar op momenten waarop we pijn ervaren is het negatieve geloof over onszelf op de voorgrond en haast niet weg te krijgen of we ervaren de angst om het te gaan voelen. We doen ons best om het bedekt te houden met aspecten van ons zelfbeeld of er voor weg te lopen. Enkele voorbeelden van overtuigingen over onszelf kunnen zijn:
– ik ben niet goed genoeg
– ik ben stom
– ik ben slap
– ik ben waardeloos
– ik ben een loser
– ik ben lui
– ik hoor er niet bij
– ik ben tot last
De angst zit hier dan ook in de relatie die we met onszelf hebben. Met ons zelfbeeld die wordt bepaald door zelfafwijzing. Het begin van ons zelf afwijzen begint al bij afwijzen en corrigeren van onwenselijk gedrag van het kind. Het kind dat het niet goed genoeg is zoals het is maar eerst moet voldoen aan voorwaarden van anderen om zich goed of gewenst te mogen voelen (Geurtz, 2019). Met vallen en opstaan gedragen we ons zoals van ons verwacht wordt en proberen we ons aan de regels te houden. Goed gedrag wordt beloond, slecht gedrag op tal van manieren ontmoedigd. Weten wanneer je iets mag doen en wanneer je iets niet mag doen. Dit leren we meestal van onze opvoeders die we nodig hebben om te kunnen overleven. Voor een klein kind is dat afhankelijke gevoel in overeenstemming met de werkelijkheid. Want je bent afhankelijk van de welwillendheid van de opvoeders en als die een slechte bui hebben en je glas drinken valt om over de tafel, dan is de angst die dat oproept gerelateerd aan werkelijke afhankelijkheid. Deze goedkeuring geeft ons een fijn gevoel over onszelf. Teleurstelling is dan ook zwaar te verduren, want daarin zit zo duidelijk de boodschap dat je niet voldoet aan de verwachting van de ander. We gaan bij anderen goedkeuring zoeken. We hebben reacties van anderen nodig om te weten of we goed bezig zijn en ons ook zo mogen voelen.
De diepe gevoelens van afhankelijkheid die we als volwassene voelen vinden hun oorsprong in deze begintijd van de opvoeding. Want in die eerste levensjaren ervaren we werkelijke afhankelijkheid en angst voor afwijzing. Die angst is in wezen angst voor verlating en daarmee ook doodsangst. Dat maakt dat we de rest van ons leven bang zijn om te worden afgewezen en dit zo goed mogelijk bedekt willen houden. Angst is de diepste kracht achter het streven naar liefde en erkenning van anderen (Geurtz, 2019). Het negatieve geloof is de eerste laag volgens de auteur waarmee we onze ware zijn afdekken. De tweede laag zijn de regels waaraan we moeten voldoen om ons wel goed en waardevol te mogen voelen. De derde laag bestaat uit patronen in denken, voelen en gedrag. Deze laag bestaat uit verschillende mechanismen die ons moeten laten behoeden voor afwijzing. De vierde laag: het imago is het beeld dat we willen dat anderen van ons hebben. Het is een geïdealiseerde versie van onszelf. Het is een afscherming en bedekking van angsten.
Er zijn veel factoren van invloed op de ontwikkeling van verschillende lagen van onze identiteit. Het is een complex proces. Belangrijke invloeden zijn onze ouders en andere opvoeders, de relatie die we met hen hebben, de relatie tussen de ouders zelf, het sociaal milieu, de samenstelling van het gezin en de familie, traumatische ervaringen, school, vrienden, sociaal media (Vignoles, Schwartz, Luyckx, 2011); Geurtz, 2019).
Vragen om bij stil te staan:
1. Op welke momenten ervaar je angst? Wat gebeurt er dan in je lichaam en welke gedachten heb je daarbij?
2. Op welke wijze scherm jij je af voor angst?
2. Hoe werd met angst omgegaan in het gezin van herkomst?
3. Wat is het verhaal dat jij jezelf vertelt over angst?
4. Welk negatief geloof (een niet-rationele opvatting) heb jij over jezelf en hoe houd je dit bedekt?
Deel 2 van deze serie over het omarmen van angst, gaat over hoe we ons vastklampen aan onze gedachten en geloven dat ze waar zijn. We onszelf de hele dag verhalen over wat er in ons leven gebeurt of gaat gebeuren. Waarvan we overtuigd zijn dat ze waar zijn. Hoe bewust zijn we van de verhalen die we onszelf vertellen?
Meld je aan voor de inspiratiemail, zodat je op de hoogte blijft van deze serie en ander andere dingen die je kunnen inspireren.
Literatuur:
- Glas, G. (2002). Beleving structuur en macht. Amsterdam: Boom.
- Geurtz, J. (2019). Verslaafd aan liefde. De weg naar zelfacceptatie en geluk in relaties. Amsterdam: Ambo Anthos.
- Nesse, R. (2020). Het nut van angst & somberheid. Inzichten uit de evolutionaire psychiatrie. Amsterdam: Nieuwezijds.
- Sartre, J. Magie en Emotie. Vertaald door Louis Tas en Henk Bouman. Amsterdam: Boom, 2009.Vertaling van Esquisse d’une théorie des émotions, Parijs: Librairie Gallimard, 1939.
- Tolle, E. (2021). De kracht van het NU. Gids voor een bewust en gelukkig leven. Deventer: AnkhHermes.
- Vignoles, V. L., Schwartz, S. J. and Luyckx, K. (2011). Introduction: Toward an integrative view of identity, in Schwartz, S. J., Luyckx, K. and Vignoles, V. L. (Eds.). Handbook of identity theory and research, New York, Springer, 1-28.